De Cyzicus munt tijdens Carus en zijn zonen in de derde eeuw. ( only in Dutch available )
De antoninianusmuntslag van Cyzicus ten tijde van de Carusdynastie 282-285
Door Ed Dopierala
Tijdens de kortstondige regeringsperiode van Carus (AD 282-283), Carinus en Numerianus (282-285) werden in zeven actieve munthuizen in het Romeinse rijk munten geslagen: Rome, Ticunum, Lugdunum, Siscia, Antioch, Tripolis ( een hulpmuntplaats voor Antioch) en Cyzicus.
Alexandrië is als enige provinciale muntplaats een apart geval. Hier werden geen keizerlijke munten geslagen maar alleen zogenaamde ’tetradrachmen’, met Griekse omschriften, bestemt voor lokaal gebruik in de provincie.
In dit artikel wordt de antoninianusmuntslag van het munthuis van Cyzicus behandeld – de gouden aurei die te Cyzicus werd geslagen werden, laat ik dus buiten beschouwing. Dit korte artikel incorporeert in het overzicht van Cyzicus-antoniniani nieuwe gegevens van institutionele collecties en internetverkopen. Die stellen ons namelijk in staat een tot nu toe niet beschreven eerste emissie te Cyzicus te identificeren, wat een totaal van vier emissies oplevert voor Cyzicus tijdens de Carusdynastie ( deze ’nieuwe’ eerste emissie werd voor het eerst aangetoond door Sylviane Estiot et al., 2007. De standaardcatalogus, Webbs Roman Imperial Coinage deel Vb, beperkt zich tot een drietal Cyzicus emissies, evenals Karl Pinks catalogus. Maar allereerst een geografisch uitstapje:
Cyzicus was een oude stad in Mysie, een landstreek in Asia Minor, gelegen aan de oevers van het huidige schiereiland van Kapu-Dagh (Arctonnesus).
Cyzicus kaart:
Toen Carus in september 282 door zijn troepen tot Keizer ( augustus) werd uitgeroepen, wist hij al dat het Romeinse rijk te groot was om door een persoon bestuurd te kunnen worden. Hij verdeelde daarom kort daarna het Rijk in twee delen. Het oostelijke deel hield hij voor zichzelf en voor het westelijke deel benoemde hij in november 282 zijn regeringsbekwame oudste zoon Carinus als mederegent (caesar). Een voorbeeld werd door zijn opvolger Diocletianus overgenomen en geperfectioneerd tijdens de ’eerste Tetrarchie’.
Vier muntplaatsen - Rome, Ticinum, Lugdunum en Siscia - verzorgden de muntproductie voor het westelijke deel van het Rijk en produceerden in opdracht van Carinus. De overige drie muntplaatsen - Antioch, Tripolis en Cyzicus - voorzagen het oostelijke deel in opdracht van Carus en later, na zijn plotselinge dood, in opdracht van zijn zoon Numerianus.
Het munthuis van Cyzicus heeft vier emissies uitgevaardigd:
1. Carus als augustus (september 282 – november 282)
2. Carus als augustus en Carinus als caesar ( november 282 – december 282)
3. Carus als augustus en Carinus en Numerianus als caesares ( december 282 – maart 282)
4. Carus, Carinus en Numerianus als augusti ( vanaf maart 283 – …..)
De eerste emissie van Cyzicus, tijdens de periode van Carus alleen als augustus, en de tweede emissie, in naam van Carus als augustus samen met Carinus als caesar, zijn duidelijk geslagen met een enkel officinanummer in de afsnede van de keerzijde. Gedurende deze periode was de munt van Cyzicus onderverdeeld in zes werkplaatsen of officinae, die genummerd werden met Griekse numeriek: A, B, Γ, Δ ,Є en S. De eerste twee emissies volgden elkaar snel op, in een tijdsbestek van ongeveer drie maanden. Hierdoor bleef het aantal uitgegeven antoniniani relatief laag, waardoor deze munten nu gekwalificeerd kunnen worden als schaars en/of zeldzaam. Tijdens de eerste emissie waren er drie keerzijdentypen: PROVIDENTIA AVG met de voorstelling van Providentia staand naar links en VICTORIA AVG met twee voorstellingen: Victoria lopend naar links en Keizer ontvangt krans van Victoria. Vanaf de tweede emissie wordt het eentoniger. We zien slechts een enkel keerzijdentype, dat overigens ook alleen in Cyzicus gebruikt werd: CLEMENTIA TEMP met een voorstelling van de keizer die Victoria op globe ontvangt van Jupiter. Het keerzijdenomschrift heeft soms een dot(punt) tussen de woorden CLEMENTIA en TEMP. Deze dot is naar alle waarschijnlijkheid een soort muntmeestersteken (zie figuur hieronder).
Clementia Temp Dot:
Vanaf de derde emissie, die begon toen Numerianus tot caesar werd benoemd in december 282, werd de officina-aanduiding verplaatst naar het veld, en kwamen de letters XXI (een aanduiding van het zilvergehalte, zie artikel bij www.oudgeld.com ) in de afsnede. De derde emissie is de eerste gezamenlijke uitgave van vader Carus als augustus en zijn twee zonen als caesar. Het keerzijdentype is opnieuw CLEMENTIA TEMP met de keizer en Jupiter. De munten van de vierde emissie, in naam van Carus, Carinus en Numerianus allemaal als augusti, zijn evenals die van de derde emissie courant.
Ten slotte nog iets over de afwijkende titulatuur voor Numerianus, gedurende de derde emissie. Die heeft namelijk soms de spelling NVMAERIANVS in plaats van NVMERIANVS. Dit gebruik van de diphtong ‘ae’ waar eigenlijk ‘e’ verwacht wordt – en vice versa ‘e’ waar ‘ae’ verwacht wordt – komt in de tweede helft van de derde eeuw, in de westelijk gelegen Latijnse muntplaatsen, relatief vaak voor.
Zo vaak, dat gesproken mag worden van een alternatieve spellingsconventie, en niet, zoals Karl Pink dat noemt, een ‘foutieve’ spelling. Zo vinden we in deze periode bijvoorbeeld de naam van de held Hercules gespeld als Haercules, het woord pietas gespeld als piaetas en het munthuis van Milaan tijdens Postumus spelt het genitief equitum soms als aequitum.
Andersom wordt saeculum soms gespeld als seculum. Het is wel bijzonder dat deze bij uitstek Latijnse spellingkwestie speelt in Cyzicus, dat gelegen was in het Griekssprekende deel van het Romeinse rijk.
Catalogus
In de catalogus hieronder heb ik de daadwerkelijk gevonden officinae opgenomen. Het correcte aantal actieve officinae per emissie blijkt namelijk behoorlijk af te wijken van de standaardcatalogus van Webb in de reeks Roman Imperial Coinage. Voor alle duidelijkheid: het RIC-nummer vermeld, samen met het bustetype (RD=Gedrapeerde buste met stralenkroon, RC=Buste met stralenkroon en kuras, RDC=Gedrapeerde buste met stralenkroon en kuras).
Eerste emissie – Carus als augustus(september 282 - november 282)
Voorzijde omschrift : IMP C M AVR CARVS P F AVG
Achterzijde omschrift : PROVIDENTIA AVG, PROVIDENTIA st.n.l., met globe en scepter
RIC119, RD-RC-RDC, 10 ex. bekend In afsnede: Α, Β, Γ, Δ en S
A
S
Achterzijde omschrift : VICTORIA AVG, VICTORIA st.n.l., met krans en palm
RIC120, RD-RDC, 23 ex. bekend In afsnede: Α, Β, Γ, Δ, Є en S
Є
Γ
Achterzijde omschrift : VICTORIA AVG, VICTORIA st.n.r., geeft krans aan keizer, st.n.l., met globe en scepter.
RIC121, RD-RDC, 4 ex. bekend In afsnede: A,Β, Γ, Є
Є
Tweede emissie – Carus als augustus en Carinus als Caesar(november 282 - december 282)
Voorzijde omschrift : IMP C M AVR CARVS P F AVG
en M AVR CARINVS NOB CAES
Achterzijde omschrift : CLEMENTIA TEMP Keizer, st.n.r., ontvangt Victoria op globe van Jupiter, st.n.l.,met scepter.
RIC118, Carus, RD-RC 21 ex. bekend
In afsnede: Α, Β, Γ, Δ, Є en S
S
RIC202,Carinus, RD, 6 ex. bekend
In afsnede:Α, B, Γ, Є,S
B (bron: Parijs BNF)
Derde emissie – Carus als augustus, Carinus - Numerianus als Caesares(december 282 - maart 282)
Voorzijde omschrift : IMP C M AVR CARVS P F AVG
en M AVR CARINVS NOB CAES
en NVMERIANVS NOB CAES
NVMAERIANVS NOB CAES(4 ex. bekend)
Achterzijde omschrift : CLEMENTIA.TEMP Keizer, st.n.r., ontvangt Victoria op globe van Jupiter, st.n.l.,met scepter.
RIC118,Carus, RD-RDC, courant In veld:Α, Β, Γ, Δ, Є en S in afsnede XXI
S/XXI
RIC202, Carinus, RD, courantIn veld:A, B, Γ, Δ, Є, S in afsnede XXI
B/XXI
Achterzijde omschrift : CLEMENTIA TEMP Keizer, st.n.r., ontvangt Victoria op globe van Jupiter,
RIC372,Numerianus, RD, courant In veld:Α, Β, Γ, Δ, Є en S in afsnede XXI
A/XXI
Vierde emissie – Carus, Carinus en Numerianus als Augusti(maart 283 - ......)
Voorzijde omschrift : IMP C M AVR CARINVS P F AVG
IMP M AVR CARINVS P F AVG
IMP C M AVR NVMERIANVS P F AVG
IMP C NVMERIANVS P F AVG
Achterzijde omschrift : CLEMENTIA.TEMP Keizer, st.n.r., ontvangt Victoria op globe van Jupiter, st.n.l.,met scepter.
RIC323/324,Carinus, RD, courant In veld:Α, Β, Γ, Δ, Є en S in afsnede XXI
Γ/XXI
RIC463,Numerianus, RD courantIn veld:Α, Β, Γ, Δ, Є en S in afsnede XXI
A/XXI
Voorzijde omschrift: IMP CARINVS P F AVG
Achterzijde omschrift : AETERNITAS AVGG Aeternitas, st.n.l., met phoenix op globe en haar gewaad oplichtend.
RIC322,Carinus, RD-RC In afsnede: Α
"no image">
Het is twijfelachtig of deze munt bestaat. RIC citeert Cohen, die op zijn beurt Gnecchi citeert, maar de munt is nergens te achterhalen. Ook de omschrijving past niet binnen de muntslag: de verkorte titulatuur plaatst deze munt laat in Carus’ regeringsperiode en het meervoud AVGG in het keerzijdenomschrift wijst erop dat Numerianus nog in leven moet zijn geweest, maar voor zover bekend werd de enkele letter in de afsnede na maart 283 (drie augusti) niet meer gebruikt in Cyzicus.
Bibliografie
Sylviane Estiot, Ed Dopierala, Philippe Guysen, ‘Une émission fantôme de l’átelier de Cyzique au début de règne de Carus’ in : Revue Numismatique 2007
Karl Pink, Numismatische Zeitschrift, 80 (1963), Osterreichischen Numismatischen Gesellschaft, Wenen
Percy H. Webb, Roman Imperial Coinage, volume V part II, 1933, Spink & Son, London
Dankwoord. Ik wil hier speciaal mijn dank betuigen aan Gert Boersema, van
OUD GELD, die aan de totstandkoming van dit artikel, als deskundige klassiek, zijn medewerking heeft verleend.
Copyright © 2007, update dec.2009, mei 2011
Othila-Coins
Ed Dopierala
|